maandag 15 april 2013

Het Gardense avontuur, met een klein beetje Putten in twee spannende delen! (voor deel 2: klik op de link onderaan deze blog)


Normaal gesproken komen wij bij elkaar om onszelf de stuipen op het lijf te jagen tijdens een enge film, maar dit keer kwam het verzoek van Nanda en Jeroen of we misschien een keertje zin hadden om af te spreken op de camping alwaar zij een voorseizoensplaats hebben weten te bemachtigen. Mits het weer goed was, zo was de afspraak. Daar gingen we dan, ergens in de middag, op weg naar Garderen. Het was de hele week al spannend; kan het doorgaan of gaat het te veel regenen? Wij hielden elke dag het weer nauwlettend in de gaten, vooral de langetermijnverwachting was een week lang enorm populair. Maar gelukkig werd gaandeweg de week duidelijk dat het avonturen in Garderen door kon gaan. Met de instructies op zak vertrokken we vol verwachting naar Garderen. "Bel maar als jullie op de parkeerplaats staan, dan halen we jullie daar op", zei Nanda en dat deden we. Daar stonden we dan, bepakt en bezakt te wachten tot we voorbij de slagboom mochten. Natuurlijk moest er eerst gekust en geknuffeld worden, we hadden elkaar immers lang niet gezien. Toen we allemaal weer even aan elkaar gesnuffeld hadden konden we op weg naar de caravan van Nanda en Jeroen.

Koffie, taart, thee en fris. we zitten buiten aan een tafeltje en kletsen. Amanda staat in de diva-stand en baalt dat er wel wifi is maar dat daarvoor betaald moet worden en dat papa en mama dat niet van plan zijn voor één dagje. Ik kijk eens even lekker om me heen, het is gezellig druk op de camping en we zitten op een prachtig plekje waar we alles goed kunnen overzien. De vogeltjes fluiten, Jasper is in afwachting van het klimbos en Kynan en Luna zijn ergens op een speelplaats heel druk met het bouwen van van alles. Voorzichtig gluur ik achter mijn lief langs naar de caravan van de buren om getrakteerd te worden op een boze blik van de buurvrouw. Zij zit pontificaal voor het raam van de voortent onze kant op te loeren en doet dat niet eens zo stiekem als dat ik probeer te doen. Ze kijkt "not-amused". Ik leer van Nanda dat dat buurvrouw Toos is en dat als je wat wilt weten over iemand hier op de camping, je dan bij haar moet zijn. Zij is degene die alles in de gaten houd. Jeroen verdenkt haar van een spionnetje thuis aan het kamerraam. Ik draai mijn stoel een tikkeltje zodat ik niet iedere keer als ik naar mijn lief wil kijken geconfronteerd word met dodelijke blikken, het helpt een beetje. We zijn hier immers voor onze ontspanning, als ik een boze blik wil dan kijk ik wel even naar Amanda, die nog niet over het wifi-gebeuren heen is. We besluiten een wandelingetje te maken over de camping, alwaar je kunt slapen in een safaritent en dino-eieren, heel inventief allemaal. Het is een hele luxe camping, zo'n eentje waar ik ook nog wel zou durven kamperen. Dat veranderd na de avondwandeling in het bos als Jeroen zegt: "Toch raar dat de camping 's nachts op twee plekken gewoon vrij toegankelijk is." Aangezien ik er 's nachts altijd wel een keertje stoma gerelateerd uit moet is dat niet een plezierige gedachte na wat ons in het bos overkomen is.

We willen iets spannends gaan doen met z'n allen. Aan de overkant van de weg zit een klimbos, maar daar eenmaal aangekomen blijkt dat er eerst gereserveerd moet worden en dat het bos nu vol zit met klimmers. Ik ben opgetogen. ik had even van een afstandje staan kijken naar hoe hoog het allemaal is, wat er geklommen moet worden en hoe iel zo'n harnas eigenlijk is en heb ter plekke verzonnen dat er grenzen zijn aan het beroepsavonturier zijn en dat ze wat mij betreft hier even liggen. Putten heeft in het landgoed Schovenhorst een prachtige uitkijktoren van 40 meter hoog, heel degelijk allemaal, waar we allemaal in mogen en wat, hoe Hollands, die vele malen goedkoper is dan een uurtje klimmen in het bos. Wij stappen in de auto en nog geen 10 minuten later staan we bij de kassa kaartjes te kopen. Een kleine wandeling later zien we de toren opdoemen tussen de bomen. Jeroen is gewapend met een fototoestel en ik met mijn videocamera, we gaan de klim aan alle kanten vastleggen. Maar ik sta nog niet in de toren onderaan de trap of mijn batterij begeeft het. "Die had ik nog nagekeken voor we van huis gingen Fred," roep ik verbouwereerd. Ik baal er stevig van en enigszins mopperend begin ik aan de klim. Ik lig gelijk al achter, Nanda gaat in een straf tempo voorop met de kinderen. "Dat had ik mooi kunnen filmen", mopper ik in mijzelf en ik stap stevig verder. misschien raak ik zo mijn boosheid om mijzelf een beetje kwijt. We komen bij de eerste uitspanning op 10 meter hoogte hier zitten aan de buitenkant van de toren allemaal nestkastjes en kan je in de toren door een gaatje naar binnen kijken. Helaas voor ons zijn er geen nestjes in de kastjes en we klimmen verder. Op 27 meter hoogte komen we bij de tweede uitspanning. Hier geen gewone vloer maar deze uitspanning bestaat volledig uit net, de klimkooi. Stevig, dat wel, maar je kijkt, als je er op loopt, zo naar beneden en dat is wel een heel eind........
De kinderen vinden het geweldig en springen en rennen over het net alsof de hoogte waarop we zitten er niet toe doet. Daar kan ik nog een puntje aan zuigen. Ik kijk even naast me en zien Nanda een tikkeltje groen naast me staan. toch pakt ze de zijkant en doet een paar stappen het net op. Ik vind haar reuze dapper. Het is mijn derde klim naar boven, ik vind de bostoren helemaal geweldig maar de klimkooi is voor mij een enorm groot obstakel. We klimmen door naar boven en eenmaal op 40 meter aangekomen is het uitzicht adembenemend. Het is helder weer dus we kunnen in de verte Almere zien, Amersfoort, de Utrechtse heuvelrug. De kinderen rennen langs de reling terwijl ik mijn roestige pijlsnelle verrekijker erbij pak en probeer nog meer en nog verder te zien. Kynan wil ook even gluren door de verrekijker, wat natuurlijk mag en daarna is Luna aan de beurt. Amanda staat ontspannen in de verte te koekeloeren en ik zet haar op de kiek. Amanda is nog nooit bang geweest voor hoogtes. Nanda krijgt meerdere hartverzakkingen als de kinderen op de onderkant van het hek willen staan om eroverheen te kunnen kijken. Jasper plaagt mij door steeds tegen het hek aan te duwen en net te doen of de bouten loszitten. Iets wat razendsnel door de mannen opgepikt wordt die nog even lekker mee gaan duwen en roepen: "Hij zit nog maar aan één boutje vast!" Het is overduidelijk tijd om naar beneden te gaan. Amanda en Nanda gaan voorop, Nanda hardop de treden tellend om iets te hebben om zich op de kunnen concentreren zodat het minder opvalt dat het zo hoog is. We komen weer langs de klimkooi en ik wil liggend op het net op de foto zodat ik, eenmaal thuis, net kan doen alsof ik heel stoer was en kan zeggen: "Kijk eens wat ik durfde!" Heel dapper ga ik zover naar het midden als ik durf en ga liggen terwijl Jeroen zijn best doet niet alleen mij schappelijk op de foto te krijgen maar ook de hoogte waarop ik lig. Ik probeer zo ontspannen mogelijk te liggen, wat niet lukt. vervolgens probeer ik er dan maar zo ontspannen mogelijk uit te zien voor de foto en stel me mijn hangmat thuis voor op 10 centimeter van de grond.
 Na wat een eeuwigheid lijkt is het klaar en kruip ik met het kippenvel op de armen naar de kant, blij dat ik de steunbalk van de toren weer vast kan houden. Vanaf hier valt het weer mee en zijn we binnen een paar tellen allemaal beneden waar Nanda en Amanda ons staan op te wachten. Tuurlijk zijn we er vol van als we naar de auto lopen.

Terug op de camping maken we ons op voor het eten. Wij worden echt vreselijk verwend door Nanda en Jeroen met patat, frikandellen, kroketten kipfingers en meer. Na het eten ga ik even met Luna badmintonenenenen. We besluiten zo vaak als we kunnen over te slaan en we komen tot twaalf. wat echt heel veel is gezien Luna's badmintonracket. En weer even later staan we met zijn allen te lummelen en hebben we ineens een nieuwe spelvariant bedacht: lummel met tikkertje. (Spelregels zijn op te vragen) Als iedereen moe gespeeld is worden we nog verder verwend met ijs en drinken we koffie. Jeroen checkt buienradar en speelt voor onheilsprofeet als hij regen voorspeld. We willen nog een boswandeling maken in het schemer om zo de kans op het zien van wild te vergroten. "Als we wat willen moeten we nu gaan", zegt hij. En zo trekken we de schoenen en jassen aan, pakken we de zaklampen, nemen we zekerheidshalve ook nog maar het GPS apparaat van Freddy mee.  En kan je hier lezen hoe spannend dat avontuur was en dat we ternauwernood ontsnapt zijn aan iets waar we geen idee van hebben wat het geweest is:   http://hoevindjemijn.blogspot.nl/2013/04/overleven-in-de-garderense-bossen.html


1 opmerking:

  1. Fijn dat jullie het zo naar jullie zin hebben gehad, voor mij zijn jullie helden.

    BeantwoordenVerwijderen